Oordelen
Oordelen is in de eerste plaats een vermogen van het mentaal.
In de materie en in het vitale is er wel verdeeldheid, maar geen oordeel. Pas als het mentaal er is, gaat de materie dat oordeel overnemen, want het mentaal legt de materie en ook het vitale op, om oordelen te hebben over van alles en nog wat.
De materie hanteert zijn lijsten van goed en kwaad op zijn eigen wijze: onlogisch en ongecoördineerd. In de illusies in het vlees wordt het mechanisme van waan en illusie altijd heel scherp gehanteerd. Het kan niet beredeneren waarom het dat doet, want materie is niet redelijk. Vanuit die regionen van de onderbewuste materie ontstaan de wanen van de penis en het kutje, die de verdeeldheid voelen en de oordelen. Daaruit ontstaan dan weer de oorlogen tussen mensen. Van daaruit willen de penis en het kutje hun droomparadijs weer terug, dat was zorgeloos en daar konden ze zonder vijgenblad voor, lekker dartelen door het woud van het vitale paradijs.
Het eerste mentale oordeel van deugd in het paradijs van de bijbel was het doen van een vijgenblad voor de geslachtsorganen. Het is niet door de zonde dat Adam en Eva verdreven werden uit het paradijs, maar door hun mentale oordeel van deugd. Ze moesten weg om een mens te worden. De mentale god vond dat ook goed en sloot dus het paradijs voor de mens. De vrouw moest in pijn haar kinderen gaan baren, en dat hoort erbij want pijn is ook een oordeel. Want waar geen oordeel is bestaat geen pijn.
Zie ook
Literatuur
Gouden Visie 3.1 januari 2010 De mens en zijn deugden.